Manifeste du Surréalisme.

André Breton (1896—1966) is de oprichter van de Surrealistische Beweging, hij publiceerde in 1924 zijn Surrealistisch Manifest.
Hij leert Freuds theorieën kennen als hij in de eerste wereld oorlog als assistant in een psychiatrisch ziekenhuis werkt.
Maar de term “surrealism” is bedacht door Guillaume Apollinaire in 1917 naar aanleiding van de decors die Picasso ontwierp voor het ballet Parade.
Denk je aan surrealisme, dan komen automatisch namen als André Breton, Salvator Dali of René Margritte in je op. Minder bekend zijn de vrouwelijke kunstenaars die zich op deze kunstvorm toelegden. Niettemin hebbende vrouwelijke surrealisten onmiskenbaar hun stempel gedrukt op deze beweging, al zeker in de jaren ’30 van de vorige eeuw, wanneer deze stroming in volle bloei was. Opmerkelijk is dat deze kunstenaars voornamelijk hun eigen psyche, hun indentiteit en sexualiteit als onderwerp namen. Het surrealisme gaf ze een ongelimiteerde vrijheid.

In deze lezing wordt het werk van vier vrouwelijke surrealisten toegelicht. Het zijn:   

Merèt Oppenheim 
1913—1985

Duitsland- Bazel, opgegroeid in een artistiek milieu. Zij werd vooral bekend vanwege haar objectkunst. Het bekendste werk van Meret Oppenheim is Le Déjeuner en fourrure uit 1936.[4] De sculptuur bestaat uit een kop-en-schotel met een lepeltje, welke voorwerpen door de kunstenares werden ingepakt in bont.

Dora Maar    
1907—1997 

Frankrijk, schilderde, dichtte en fotografeerde. Zij was de muze van Picasso. Als fotografe heeft ze een belangrijke bijdrage geleverd binnen het surrealisme. Picasso en Dora Maar zullen elkaar inspireren. In 1937 zal zij de voortgang van het beroemde werk van Picasso, Quernica ( 1937) documenteren. Tijdens haar leven stond zij in de schaduw van Picasso. Pas na haar dood kreeg ze de erkenning die ze verdient.
 

Leonora Carrington    
1917—2011 

Engeland- Mexico, schrijver en schilder. Opgegroeid in Engeland in een zeer rijke familie was het bijna niet mogelijk om zich te ontwikkelen tot kunstenaar. Toch lukte het haar. Door haar ontmoeting met Max Ernst ging ze naar Parijs en vervolgens vestigden zij zich in Saint Martin d’Ardêche. In de Tweede Wereldoorlog gingen zij noodgedwongen uit elkaar. Leonora Carrington kwam in een psychiatrisch ziekenhuis in Spanje. Ze wist te vluchten en via New York is ze naar Mexico gegaan, waar ze ontmoetingen had met andere Surrealistische kunstenaars.

Suzanne van Damme  
1901—1986 

België, schilder en aquarelliste. Ze was onder andere werkzaam in Oostende waar ze James Ensor ontmoette. Ook ging ze naar Parijs waar ze bevriend raakte met Breton. Ze was zeer succesvol en deed mee aan Internationale tentoonstellingen.

Internos; loc. Hoorn

20 januari 2026
locatie: Hoorn

dinsdag
10.30 uur 12.30 uur

opgave:
Besloten!!

Vrouwen van Schouwen; loc. Burgh Haamstede

17 januari 2025
locatie: Burgh Haamstede

vrijdag
13.30 uur - 15.15 uur

Verslag: Lezing 17 januari '25
Onderwerp Ook vrouwelijke Surrealisten.

Het verslag is geschreven door Maria van Luijk. 


Wat opvalt is dat in de musea in de landen om ons heen het 100-jarig jubileum van de kunststroming Surrealisme uitbundig wordt en werd gevierd met verschillende tentoonstellingen. Maar in de musea in Nederland niets van dit alles. Dat was voor ons een rede om drs. Lisette Le Blanc uit te nodigen voor een lezing over de kunststroming “Surrealisme” in bijzonder de vrouwen die een onmiskenbaar stempel hebben gedrukt op deze beweging. 
Op een koude mistige januari dag kwamen we bijeen in de Molenberg voor de lezing. We werden door Marcel ontvangen met koffie en een lekker gebakje. Het was voor Lisette even ingewikkeld om een goede verbinding te bewerkstellen tussen allerlei noodzakelijke apparatuur, maar met hulp van de jongelui uit de keuken kwam het alsnog voor elkaar.

 Lisette nam ons mee terug in de tijd van het interbellum, de periode tussen de twee Wereldoorlogen.
In die periode kwam de stroming Surrealisme opgang door mensen als André Breton, hij publiceerde in 1924 het Manifeste du Surréalisme. Teleurgesteld in het rationalisme, dat door de gruwelen van de eerste Wereldoorlog te optimistisch was gebleken, en geïnspireerd door de ideeën van Sigmund Freud, stellen surrealisten de door vrije associaties gekenmerkte bewustzijnstoestand van de droom centraal.

Naast bekende surrealisten als Salvador Dali, René Margritte, André Breton en niet te vergeten Max Ernst, waren er ook vrouwen die zich op deze kunstvorm toelegden. Juist het surrealisme gaf ze een ongelimiteerde vrijheid om hun eigen psyche, hun indentiteit en seksualiteit als onderwerp te nemen.

Zo nam Lisette ons mee in het leven van de kunstenaar Merèt Oppenheim geboren in Berlijn in 1913 overleden in Bazel in 1985. Ze was een Duitse schilder, beeldhouwer en objectkunstenaar. Oppenheim was pas 22 jaar oud, maar in Parijs al bekend om haar vreemde surrealistische doeken, haar humor en lef, dat viel op bij kunstenaars als Man Ray, Picasso en Dora Maar. Ook kwam ze in contact met de kunstenaars als Alberto Giacometti en Jean Arp, op hun uitnodiging exposeerde ze in de Salon des Indépendants van 1933 met de surrealisten. Oppenheim kreeg toen de bijnaam de muze van de surrealisten, waar ze later afstand van heeft genomen.
Van haar hand zijn het object “Le Déjeuner en Fourrure” (een kop en schotel in bont verpakt), het ontwerp van een goudenring met als ‘diamant’ een suikerklontje. Ook een vervreemdend object was een paar witte pumps op een schaal vastgebonden met een touwtje, met een papieren versiering aan de hakken, leek het op een paar bij elkaar gebonden kippenpoten. Welke de titel kreeg ‘Ma Gouvernante’ de vervreemding van daagse objecten had wel haar oplettendheid.


Wat verder opviel tijden de lezing, Lisette had daar ook haar gedachte bij, dat vele van de door haar behandelde vrouwelijke, in ’t surrealisme werkende kunstenaars, een verhouding hadden of getrouwd waren of geweest met de Duitse surrealistische schilder Max Ernst (1891—1976) “De vrouw als Muze” Voor deze vrouwen had deze duiding een nadelige gevolg, ze voelde zich gekooid, gedomineerd en onvrij en kregen hierdoor op latere leeftijd vaak mentale klachten, sommige werden zelfs op genomen.
Zoals is gebeurd met Dora Maar nadat Picasso weer eens verliefd werd op een veel jongere vrouw en haar heeft verlaten. Dat was o.a. bij Britse kunstenaar Leonora Carrington (1917-2011) ook het geval, zij werd verlaten door Max Ernst, hij vluchtte voor de Duitse-Gestapo naar America en trouwde aldaar met Peggy Guggenheim.

Carrington een dochter van een rijke textielfabrikant, was een rebelsmeisje, ze werd meerdere keren van school gestuurd, haar vader was er op tegen dat ze kunstenaar werd. Maar ondanks die tegenwerking ging ze naar de Chelsea school of Art.
In 1936 kwam Carrington in contact met de kunstenaar Max Ernst, tijdens de Internationale Surrealist Exhibtion in Londen.
De twee vertrokken samen naar Parijs, waar Ernst scheidde van zijn 2de vrouw.
In 1938 vertrokken ze naar een huis in zuid Frankrijk. Toen de 2de Wereldoorlog uitbrak werden beide opgepakt door de Franse autoriteiten als “ongewenste vreemdelingen”. Mede door vrienden van Ernst werden ze na een paar weken weer vrij gelaten.
Toen Frankrijk werd veroverd door nazi-Duitsland, werd Ernst opnieuw gearresteerd ditmaal door de Gestapo. Carrington zelf was, na Ernst tweede arrestatie, naar Spanje gevlucht. Ernst wist ook Frankrijk te ontvluchten, zonder Leonora Carrington, die hierdoor in een ernstige depressie verviel.
Door toedoen van haar ouders werd zij in een kliniek opgenomen. Ze werd verzorgd door een zuster die haar meenam naar Lissabon, van daar uit vluchtte ze naar de Mexicaanse ambassade. Hier wist ze via een diplomaat, een vriend van Picasso, naar Mexico te komen en vestigde zich daar.
Carrington ‘s ervaringen uit deze periode hebben haar artistieke werk sterk beïnvloed. In de jaren 60 heeft ze nog even in New York gewoond, echter ze vertrok toch uiteindelijk definitief naar Mexico, waar ze in 2011 ten gevolge van een longontsteking kwam te overlijden.

Dora Maar geboren in1907 als Henriette Theodora Markovitch, haar vader was Kroatische en haar moeder een Française. Vanaf 1931 noemde ze zich Dora Maar.
Zij was een beroemde fotograaf, later is ze ook gaan schilderen.
Maar maakte mode en reclame fotografie voor Le Figaro-illustré. Maar gebruikte surrealistische technieken- zoals fotocollages, fotomontages en fotogrammen-toepaste in commerciële fotografie. Dora Maar vond een oplossing door te werken met extreme close-ups en onverwachte fotomontages, waardoor het bekende in een geheel nieuw licht kwam te staan. Daarmee leverde zij een belangrijke bijdrage aan het surrealisme.
In 1935 ontmoet Maar Pablo Picasso, negen jaar is zij Picasso’s model, muze en buitenechtelijke partner geweest.
Hoewel Maar aanvankelijk vooral bekend stond als de muze van Picasso, werd na haar overlijden in1997 verschillende retrospectieve aan haar werk gewijd, waaronder in het Haus der Kunst, München, Centre de la Vieille Charité, Marseille, Centre Cultural Tecla Sala, Barcelona. In het seizoen 2019-1920 reist een grote overzichtsexpositie met haar werk van Centre Pompidou in Parijs, via het Tate Modern in Londen, naar het Getty Museum in Los Angeles, (21 04-26 06 2020)

Lisette was zo opgegaan in haar verhaal over de levens deze in surrealistische stijl schilderende dames, dat er weinig tijd over bleef om de uitvoerig in te gaan op de vierde kunstenaar nl.:
de Belgische Suzanne Van Damme (1901-1886). Suzanne Van Damme was een Belgische kunstschilder en aquarellist van landschappen,
portretten, stillevens, stillevens en zeegezichten. Haar kunst evolueerde van postimpressionisme naar surrealisme tot abstracte kunst.
Van Damme volgde haar opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Gent en Brussel. In de jaren ’20 was zij actief in Oostende waar ze in contact kwam met James Ensor, door diens werk ze werd beïnvloed.
Begin jaren ’30 verhuisde Van Damme naar Parijs, waar ze de vijf jaar jongere Italiaanse dichter en schilder Bruno Capacci ontmoette, met wie ze trouwde.
Haar carrière verliep zeer succesvol. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog in 1935 verhuisden ze terug naar België, ze zouden daar tot het einde van de oorlog blijven. In die periode kwam het echtpaar in contact met de Belgische en Franse surrealistische schrijvers en schilders. Van Damme ging nu in de surrealistische stijl werken.
Na de oorlog ging het echtpaar opnieuw in Parijs wonen en nadien in Florence.
Op uitnodiging van André Breton konden beide deelnemen aan “L’Exposition Internationale du Surréalisme” in Parijs. Haar tekeningen en schilderijen toonden vrouwelijke figuren in een dromerige sfeer. In 1956 volgde nationale erkenning met haar benoeming tot Ridder in de Kroonorde.
Later evalueerde haar kunst in een soort figuratieve abstracte kunst die bestond uit Ideogrammen, tekens en symbolen in een persoonlijke taal.
In de loop van 1970 keerde het echtpaar definitief terug naar België en gaan in Brussel wonen, Van Damme bleef actief in haar cryptische stijl werken en naam deel aan diverse exposities in België en het buitenland, ze overleed in 1986 in Elsene.    

Elysium Cultuurproducten


drs. Lisette le Blanc
Goeree 134
3524 ZZ Utrecht